Geplaatst op 26 januari 2022
Vakblad Cobouw publiceerde op 25 januari een uitgebreid interview met Kees de Niet, directeur Van Zanten Bouw: ‘Leidinggeven aan een familiebedrijf vraagt een zekere vorm van bescheidenheid’
Al in zijn vorige functie werd Kees de Niet doordrongen van het besef dat bij een eeuwenoud familiebedrijf de continuïteit voorop staat. Ook als directeur bij Van Zanten Bouw in Vlaardingen realiseert hij zich dat er uiteindelijk maar één ding telt. “Hoe stuur en faciliteer je een bedrijf om weer een generatie verder te komen.”
Hoe is het om als niet-familielid leiding te geven aan een bedrijf met zo’n historie?
“Het mooie van familiebedrijven is de betrokkenheid van iedereen, ongeacht of het familie is. Iedereen voelt zich verbonden aan het merk en aan het bedrijf en dat is heerlijk om leiding aan te geven. Door die verbondenheid zijn mensen bereid zich in te zetten, ook het nodige plezier te maken en hebben ze oog voor elkaar. Het enige dat je hoeft te doen is dat te faciliteren, gevoel te hebben voor wat er speelt en de koers te bepalen.”
De keerzijde is dat de werknemers die al lang meelopen mogelijk blijven zeggen: ‘meneer Van Zanten deed dat vroeger toch anders’.
“Daarom moet je altijd een zekere vorm van bescheidenheid hebben. Het vraagt ook om geduld en begrip voor die situatie. Die verwachting had ik bij mijn komst in september, maar eigenlijk bleek niets minder waar. Dat komt omdat de twee oud-directeuren vlak voor hun vertrek daarnaar begonnen te handelen. Ze deden geen investeringen meer voor een tienjaartermijn, maar alleen voor een kortere periode. Begrijpelijk, maar naast de oudere werknemers zijn er ook jongeren voor wie de horizon verder reikt en die wel behoefte hebben aan langetermijnperspectief. Dat is ze nu geboden, zowel vanwege de overname door Janssen de Jong Groep als door mijn aanstelling.”
De keuze is natuurlijk al vóór uw komst gemaakt, maar waarom aansluiting bij Janssen de Jong?
“We zitten in een fase waarin we moeten groeien om zaken serieus te kunnen aanpakken of moeten afschalen. Het voordeel van de overname door Janssen de Jong Groep is dat dat niet nodig is. Alles wat vraagt om schaalgrootte – zoals ICT of innovatie – wordt op groepsniveau gedaan. We kunnen profiteren van die schaal, maar tegelijkertijd onze compacte omvang houden. De vorige eigenaren hadden de wens om het DNA ergens goed onder te brengen, op een plek waar de mensen tot hun recht zouden komen. Dat was best een zoektocht, ook omdat Van Zanten bestaat uit twee type bedrijven: onderhoud en nieuwbouw met elk hun eigen markt en dynamiek.”
Wat voor opdrachten kunnen jullie dan nu wel aannemen en vroeger niet?
“We doen veel binnenstedelijke bouwprojecten waarbij je je bouwproces verdraaid goed op orde moet hebben. Dat is geborgd bij Van Zanten. De toegevoegde waarde van de samenwerking binnen Janssen de Jong zit er nu vooral in dat we opdrachtgevers al in een heel vroeg stadium kunnen adviseren over het succesvol realiseren van hun projecten. Voor een ontwikkelaar verkleint dat de risico’s. Om dat te kunnen doen heb je een breed spectrum aan kennis en mensen nodig en dat hebben we nu ter beschikking.”
Hoe zelfstandig bent u in deze constructie nog als directeur?
“Bouwen is altijd een teamsport. De rol van een directeur hangt natuurlijk af van wat de situatie vraagt: nadrukkelijk aanwezig zijn of juist meer op de achtergrond om mensen te verbinden. Bij mij ligt de nadruk op dat laatste. Daar geniet ik mateloos van. Ik zie de constructie van directeur binnen een bedrijvengroep daarom eerder als een enorme zegen dan als een belemmering. Sterker nog: het is de reden waarom ik het zo interessant vond om deze sprong te wagen. Ik ben verantwoordelijk voor een bedrijfsonderdeel en kan mijn eigen koers bepalen, maar wel met rugdekking van een veel grotere club met veel meer expertise.”
De markt ziet er goed uit. Weinig zorgen dus voor u als nieuwe directeur?
“Iedere situatie heeft zijn uitdaging en dat is ook wat het zo mooi maakt om leidinggevende te zijn van zo’n bedrijf. De portefeuille voor 2022 ziet er ontzettend goed uit, dus we zijn voor nieuwe projecten vooral bezig met dit jaar en daarna. Daar heb ik geen zorgen over. Aan de andere kant dwingt het je als ondernemer om het onderscheidend vermogen van je organisatie op orde te hebben als er minder werk voorhanden is. Nu gaat de focus vooral uit naar hoe we het waar kunnen maken als er een beroep op ons gedaan wordt. De vragen zijn vaak complex. De bouwkosten stijgen en de schaarse bouwlocaties vormen technisch of financieel altijd een puzzel.”
Is het 150-jarig bestaan in 2021 nog gevierd of waren de festiviteiten al afgerond toen u begon?
“Het was een bewogen jaar. Ik ben ingestapt op een fantastisch moment, toen de focus weer op de toekomst kwam te liggen. Ik zie dat er weinig teruggekeken wordt op hoe het was, maar dat er vooral veel enthousiasme is over de nieuwe fase waar we in gaan. Dat doen we op de schouders van vijf generaties voor ons. Maar feestvieren doen we pas in het voorjaar vanwege corona en dan nemen we ook afscheid van onze voorgangers. De afgelopen maanden waren we vooral bezig met de integratie na de overname door Janssen de Jong Groep.”